Golden Boys op avontuur in Franse Alpen”, deel 1

Algemeen

CHAMPCELLA (FR) – Zaterdag 22 augustus was het weer zover. Toen vertrokken een aantal X-Treme mountainbike fanaten richting Champcella in de Franse Alpen voor hun welhaast jaarlijkse MTB uitje. Inmiddels zijn er een aantal dagen verstreken en hebben de mannen een weblog bijgehouden van hun verrichtingen onder leiding van de inmiddels bekende gids Jos.

In dit log kun je de verrichtingen volgen van: Ad Spelier, Mattijs Bordui, Henk Westerveld, Jaap Nieuwenhuijze, Rob Spelier, Jack Varekamp, Eelco Mosselman en Philip van Hove.

Tenminste, als de mannen het internet op kunnen, want de gids dropt hen steevast in gîtes die voor ‘gewone’ toeristen niet te vinden zijn.

In dit deel de voorbereiding, vertrek en verslagen van zondag 23 t/m dinsdag 25 augustus.

 

 

Ideale voorbereidingen

19 Augustus 2015

Het is algemeen bekend dat fietsclubjes onderweg kletsen als oude wijven. Dat is in ons geval de laatste weken zeker ook het geval geweest, op die momenten dat we daar nog voldoende zuurstof voor hadden.
Vragen over het vervoer, wat nemen we mee qua bagage en krachtvoer, en natuurlijk wat moet er hoog nodig vervangen worden aan mijn mountainbike. De andere ‘Golden Boys’ moeten er af en toe gek van geworden zijn.

Vandaar dat het ‘hoognodig’ was om een voorbereidende vergadering te beleggen in Lunchcafé Stadhuis. Normaal gesproken start je die met koffie en een praatje van de voorzitter. Wij niet!
Wij begonnen met 4 pannen gekookte mosselen en een hele plens bier. Dit heeft een zéér positieve bijdrage geleverd aan het creatieve proces (voor zover dat bij ons nog nodig is).

Eindresultaten: ‘gechoqueerde’ klanten op het terras, toch nog een kladblaadje met besluiten, een verloren T-shirt, een spijkerbroek die nog steeds naar bier ruikt, een barkeeper die nu eindelijk weet hoe je B52’s moet maken, en hier en daar een zwaar hoofd.

Kortom een gedegen aanpak, die we er zeker in moeten houden.

 

Eerst maar eens naar Champcella

Zaterdag 22 augustus:
Goes (en omstreken) – Champcella

Om 5 uur staan we klaar voor vertrek. Behalve Astrid heeft ook Mark de Regt de moeite genomen om zo vroeg uit z’n bed te komen. We krijgen een dikke afscheidsknuffel, een goody-bag en dan kunnen we op pad.

Het allerlaatste Total station in België proberen we er nog een paar koffie muntjes van Jack doorheen te draaien. Maar, blijkbaar hebben ze daar verse koffiebonen uit Columbia, want in deze machine passen ze niet. Blijkbaar te lekker voor die centen. Stik, dan geen koffie. We zijn nog maar net weg uit Zeeland, dus zijn we op dat moment nog een beetje (te) zûûnig.

Het ‘elektro-karretje’ van Mattijs heeft al bijtijds benzine nodig. Voor ons een mooie gelegenheid om toch nog even koffie te scoren. Het is nog even wensen aan dat klote-frans, want we hebben allemaal koffie au lait (bah). De reis voorloopt voorspoedig, het is gelukkig lekker rustig onderweg. Al vroeg gaan we van start met de gehaktballetjes. Ondanks al die hartige hapjes presteren we het om bij de volgende tank- / koffie stop een hele abrikozen vlaai en een hele cake weg te tikken. Het is meer dan 30 graden in het zonnetje. En omdat we al weer 6 uur van huis zijn, gaan we ook al weer enthousiast van start met het keuren van meisjes, dames en ander vrouwenvolk.

Omdat er een tunnel op instorten staat moeten we door de Frejus-tunnel. Ondanks dat we een beetje moeten omrijden zijn we al om 17:00 in Champcella. Een mooie prestatie een ritje van 12 uur, we zijn wel 150 Euro lichter aan tolgeld per auto.

We hadden al vlak na Parijs zin in bier, toch moeten we eerst een thermoskan koffie en thee leeg sloeberen. Niet lang daarna kunnen we dan eindelijk aan het bier. We maken snel een kamer indeling en dan is het al snel 7 uur etenstijd. Terwijl we de kunsten van Karin weer verorberen blijkt dat Rob niet tegen kietelen kan. Dat wordt nog leuk deze week.

Na het dessert volgt standaard de uitleg door Jos over de route van deze week. Het is sowieso altijd al uitdagend, maar nu wordt het nog extra spannend. Er wordt maandag regen en vervolgens ook nog eens onweer verwacht. Juist terwijl we dan een hoogvlakte over moeten steken naar onze berghut in La Besse. Tot overmaat van ramp moeten we juist die dagen onze spullen voor 2 dagen in de rugzak meenemen. Het stress-level schiet er al bij menigeen in.

Toch nog maar even wat drinken. Jaap doet zijn speech van gisteren op de trouwerij nog eens dunnetjes over. We krijgen allemaal gouden nippels van hem. Dat klinkt apart, maar ik bedoel er onderdelen mee voor op de fietsventielen. Onderweg blijkt dat er in de ‘bruine bus’ een carnavals nummer is gecomponeerd, waarmee we verwachten ook een hoge klassering op het Songfestival te kunnen scoren. Dat krijgen we (helaas) ook nog te horen, voor we naar bed gaan.

 

Downhill what a thrill

Zondag 23 augustus:
Briançon – Le Lauzet

In al die jaren dat ik bij Jos logeer heb ik nog nooit aan de voorzijde geslapen, en heb ik in Champcella nog nooit regen gehad. Nu dus wel. Prompt worden we midden in de nacht wakker van een fikse plensbui. De hemelwaterafvoer klinkt hier net als een withete frituurpan waar je een kilo bevroren frites in gooit. We genieten nog even van de warmte en het feit dat we nog droog vel hebben.

We kunnen op het gemakje ontbijten, want omdat het zo regent vertrekken we pas om 11 uur. Rustig ontbijten dat zou best kunnen, maar dan moet je natuurlijk geen pannenkoekjes, gekookte eitjes en verse croissants op tafel zetten. Na 30 minuten is alles al weer opgevreten, of verwerkt in lunchpakketjes.

We kunnen ons rustig voorbereiden op de logistieke uitdagingen die ons nog te wachten staan. Eerst voor vandaag maar eens bedenken wat we wel of niet aantrekken, want het zal waarschijnlijk nattig blijven. De auto’s en de bagage-kar worden ingepakt en dan rijden we naar een camping vlak bij Briançon. Terwijl we daar staan breekt voorzichtig het zonnetje door, gelukkig maar.

Bon, we gaan! Het eerste stukje is nog over brokkelig asfalt, maar het stijgingspercentage is wel meteen meer dan 12%. Dan een single-track vol met gladde stenen en dito wortels. Zo komen we er wel weer lekker in. Het duurt ook niet lang voor we het eerste stuk tegen komen waar we allemaal van de fiets af moeten door slippende banden en zuurstof-schaarste.

De track loopt helemaal door tot we uiteindelijk uitkomen bij het skilift middenstation van Serre Chevalier. Onderweg vragen we ons regelmatig af of we nou zo vaak door de koeienstront zijn gereden, of dat we zelf zo stinken. We proberen de vliegen af te schudden, maar ze kunnen harder dan wij.

In de café Serre Ratier stoppen we voor koffie met een Gaufres (wafels). We worden ‘vermaakt’ door een zatte vent die een verschrikkelijk slechte imitatie van Dominique Straus Kahn geeft. Na uitgebreid overleg besluiten we een blauwe downhill route te nemen naar het begin van de skilift.

Die is GAAF! We storten ons naar beneden door kombochten waar je bijna horizontaal in kan hangen. Op deze manier krijgen we een stoomcursus sturen, remmen en balanceren. Iedereen is door het dolle heen als we weer beneden zijn, Als kleine kinderen staan we te roepen: “nog een keer, nog een keer!” Met z’n zessen stappen we in de skilift om ons helemaal naar de top te laten vervoeren. Het is steenkoud, want we zijn nog steeds kletsnat. Boven blijkt het maar 7 graden te zijn. Zo snel mogelijk beginnen we aan de blauwe downhill afdaling. De GoPro raakt helemaal verhit van al die mooie opnames! Met zere polsen, knieën en bovenbenen komen we weer beneden aan. Maar de lachen op ons gezicht verraden dat dit het meer dan waard was.

We vervolgen onze weg richting Le Lauzet, onverhard natuurlijk. Het gaat steeds harder regenen, maar het tempo is niet meer zo hoog. Bij menigeen is de ‘pijp een beetje leeg’, maar dat geven we natuurlijk niet toe. We geven Henk er de schuld van, want zijn zadel zakt steeds naar beneden.

De paar droge vezeltjes die we nog aan ons lijf hadden, worden alsnog kletsnat als we onze fietsen meteen afspuiten. Als we met onze giga-fietstassen de gîte in willen, blijkt dat we allemaal crocks aan moeten. Ik kan je verzekeren dat dat er prachtig uitziet. Snel allemaal onder een warme douche en dan aan het bier met pinda’s en tuc. Niet omdat we dat zo lekker vinden, maar natuurlijk alleen om ons zoutgehalte aan te vullen.

Alle foto’s en video’s worden opgeslagen. Het is weer een hele collectie. Het eten is super. Gegrilde tomaten, everzwijn, een kaas plankje en citroentaart. Dan nemen we snel de fietsen onderhanden, en begint Philip weer aan het weblog.

Om een uur of 21:30 moeten we verkassen naar een andere kamer. Nog even sterke verhalen doornemen, maar omdat er niets meer te drinken valt wordt het geen nachtwerk. Niet onverstandig, want we gaan morgen om 7:30 ontbijten, zodat we om 8 uur kunnen vertrekken. We willen het onweer voor zijn als we het plateau over moeten steken naar La Besse. Nog even het HBO werk-, en denk niveau inzetten om de rugzak te voorzien van de juiste spullen voor de tocht van maandag & dinsdag en de tussenliggende nacht. Liefst met een droge slaapzak.

Beste lezers, morgen geen verslag, omdat het ondoenlijk is om de laptop ook nog mee te nemen.

 

Al vroeg in de wolken

Maandag 24 augustus
Le Lauzet – Besse

Al om 7:30 bevolken we de ontbijtzaal. Het is een hele studie om de tassen bepakt te krijgen met de juiste spullen. Het heeft heel de nacht geregend. We slepen de tassen weer naar de kar en pompen de banden weer op. Omdat Rob’s ventiel eruit knalt moeten we al weer vroeg diverse pomp pogingen ondernemen, die miezerregen helpt daar ook niet echt bij. Als we het dorp uitrijden, komen we meteen een enorm hangbuikzwijn tegen. Gisterenavond hebben haar moeder opgegeten bij het diner.

Het eerste plan was om direct na het dorp de weg op te gaan om tijd te winnen voor het onweer. Jos blijkt toch een ander plan te hebben, waarschijnlijk hadden we nog teveel babbels tijdens het ontbijt. Het blijkt dus een asfaltweg te zijn uit de tijd van Asterix en Obelix. We ploeteren naar boven, met onze nog stramme benen. Het schijnt dat je in de regen lekker veel zuurstof hebt. Nou, dat kan meteen naar het land der fabelen, want we merken er niets van. Het is vals plat naar boven, met de nadruk op vals. De onverharde klim naar de col du Lautaret gaat gelukkig bij iedereen goed.

Na de koffie moeten we ons goed aankleden, want we vervolgen onze route in de regen. Een flinke asfalt afdaling van 10 kilometer, met een maximaal gemeten snelheid van 65 km/u. Het is net of mijn balhoofd los zit, maar het blijkt mijn stuur te zijn dat trilt van het ongecontroleerde gebibber. Voordeel is natuurlijk wel dat we dit keer geen last hebben van vliegen. Onderaan het dorpje Chazelet beginnen we aan de klim van 1.725 meter naar 2.050 meter. Het uitzicht op de gletsjers is prachtig, daar hebben we nu meer tijd en oog voor terwijl we naar boven ploeteren.

Op den duur bevinden we ons weer in the middle of nowhere, met fantastische uitzichten op de bergen rondom ons heen. Er wordt zelfs naar ons gefloten als we voorbij fietsen. Helaas zijn het bergmarmotten. Ook passeren we een stel muildieren. Je ziet ze naar ons kijken en denken: ‘wat een stel ezels om hier te gaan fietsen’. De VTT route was al pittig, maar nu komt het lastige gedeelte. Jos: “er zit een stukje bij waar je van de fiets af moet”. Nou, dat stukje omvat ongeveer 300 hoogte meters over een afstand van 2.000 meter. Dus, dan weet je het wel.

Net onder de top zijn we getuige van een bijzonder tafereel. Er zitten 8 grote gieren naar ons te loeren. Waarschijnlijk zien we er uit alsof we het niet lang meer gaan maken, of we zien eruit om op te vreten. Eindelijk staan we boven op plateau Emparis. Nog even snel iets eten en weer goed aankleden, want we gaan weer afdalen in de regen. Gelukkig breekt het voorspelde onweer niet door. Het tempo gaat danig omhoog. Nog even een stop bij een Refugé. Er zit een stelletje te lunchen wat tot het nodige commentaar leidt.

Nu nog even doorzetten. Het is nog maar 3 kwartier, maar dan wel een gave onverharde afdaling. De laatste afdaling naar La Besse is er een om nooit te vergeten. We stuiven via tientallen haarspeldbochten naar beneden. Eerst in de wolken, maar dan wordt het zicht al snel wat beter. We behalen snelheden van 55 km/u, ondanks de glibberige ondergrond.

Zo rollen we La Besse binnen. Ook de douche scene in de gîte is memorabel. Niet lang daarna zitten we beneden aan de bar te genieten van een lekker biertje. Nadat we alle fietsen schoon hebben moeten maken met een bidon, doen we nog een rondje door het dorp. Binnen no-time zijn we weer terug, want er is niets te beleven. Behalve Henk z’n slippers met sokken dan.
We nemen een drankje op ons balkon en dan duiker er een aantal GB’s hun bed in! Dat is saai, dus verplaatsen we ons weer naar de bar. Nu begint het echte zuipwerk. De flauwekul is niet van de lucht. Wie bedenkt er nu ‘Blaf en façe’? We leggen Henk nog even uit wat we met een ‘kale kano’ bedoelen, da’s toch niet echt iets Zeeuws?
Tijdens het eten worden de namen van alle dienstertjes achterhaald. Daar hebben we veel gemak van in de bar. Na het dessert gaat het zuipen nog onverminderd door, terwijl de bar eigenlijk dicht moet. Het is 22:30 als het aantal scheten afneemt , m.a.w. we gaan slapen.

De buit van vandaag: 1.400 hoogtemeters, over 47 kilometer

 

Très bonne in de zonne

Dinsdag 25 augustus
La Besse – Refuge du Lautaret

Stipt om 9 uur vertrekken we. Ook vandaag kunnen we er eerst weer even lekker inkomen, NOT! Het is meteen een onverharde klim van 700 hoogtemeters verdeeld over een lengte van 10 kilometer. Wat blijkt, we moeten die heerlijke haarspeldbochten van gisteren nu naar boven fietsen. Dat is toch wel weer even heel wat anders. De eerste helft van de klim is in de zon. Shit, we zijn vergeten de bochten te tellen dan moet het maar op het gevoel van de hartslag in je oren.

In het zonnetje tussen de dampende leisteen, zijn nu ook dampende Golden Boy’s te zien. Tja, dat komt ervan als je al vroeg in een gîte aankomt. Dan krijg je een hoge drankrekening met alle gevolgen van dien. Daar heeft menigeen nu veel plezier van. De uitzichten zijn fabuleus. Aan het eind van de klim staan we op een prachtige hoogvlakte: Le Gros Serret (2.453). We hebben een wonderbaarlijk uitzicht. Gelukkig is de Refugé du Fay (op 2.250 meter hoogte) open, zodat we in het zonnetje kunnen lunchen. We gaan nog even op de foto met Fay, die 85 is dus geen gevaar voor het thuisfront.

Na een korte afdaling beginnen we aan een loodzware klim. Eerst rete-stijl en daarna super technisch. Het lijkt wel een verwaarloosde Japanse rotstuin na een tsunami. Door de stuurmanskunsten en de hoogte hijgen we als postpaarden. Voor de liefhebbers is er nog een extra lusje mogelijk. Halverwege denk ik, waarom ben ik daar nu weer aan begonnen. Maar als we eenmaal op 2.350 meter hoogte de col de Souchet bereiken weet ik het. Het uitzicht is adembenemend, We fotograferen en filmen zoveel we kunnen, want het ene plaatje is nog mooier dan het andere.

De afdalingen die volgen vergen alle skills die we in ons hebben. Jos heeft ons al gewaarschuwd voor de vele keien & losse leistenen, en de uitgesleten geulen. Waar je wel gemakkelijk in stuurt, maar niet vervolgens niet meer uit kan komen. Na een korte lunchstop storten we ons naar beneden naar La Grave. De remblokken meuren als een gek. We strijken daar neer op een terrasje voor koffie met crêpes.

Het is minstens 32 graden als we beginnen aan de klim van La Grave naar Le Lautaret. Het is weliswaar over asfalt, maar we voelen goed in onze benen dat we al het een en ander gedaan hebben vandaag. Onze eindbestemming is Refugé du Lautaret, met een uitzicht formidable ! Eelco heeft nog steeds energie over, want die knalt de Galibier toch nog even op. Allemaal snel onder de douches, waar we uitgebreid gebruik van maken. De boven verdieping blijkt voorzien te zijn van een complete bar/disco. Daar ploffen we neer op diverse bankstellen tot het eten op tafel staat.

Daarna gaan we aan de slag met de fietsen, terwijl Philip zijn achterstallige dagboek-werk inhaalt. Al snel zitten we weer in de bar. De CD’s gaan in de stereo, de disco lampen knipperen en Jaap heeft de houtkachel opgestookt. Geen idee hoe laat het gaat worden. Dat ‘horen’ jullie morgen.

De buit van vandaag: 1.700 hoogtemeters over 40 kilometer