Piet’s belevenissen: de X-Treme/KustmarathonZeeland MTB toertocht
AlgemeenZOUTELANDE-BURGH Op 4 oktober om half zes s’ochtends gaat in huize Oostdijk de wekker af. Lekker is dat, tot 12 uur s’nachts gewerkt en nu kom ik er al weer uit om zo nodig de MTB Kustmarathon te rijden. Eh, niet zeuren zegt mijn vrouw, je wist het van te voren dus geen medelijden van mijn kant. Daar kan ik het dus maar mee doen.
Maar goed, na een flink ontbijt ga ik met mijn fiets naar Philip die de bus van Michel (taart en tafel) mocht gebruiken. Philip had nog minder geslapen, want hij had een feestje gehad in Rotterdam en was pas om half drie thuis!!
Onze chauffeur Jack was er ook en die had helemaal nog niet geslapen. Hij kwam zo van zijn werk. Maar Jack hoefde niet te biken vandaag, hij bracht ons alleen naar Zoutelande en bracht dan de bus weer terug naar Michel (Michel bedankt).
Vanaf Philip gaan we eerst nog naar “Schele Lau” om Mattijs en Jaap op te halen.
Ons groepje is compleet en we rijden naar Zoutelande waar we bij de Rabobank omkleden, benen smeren en nog een laatste hap nemen. We nemen afscheid van Jack, (bedankt Jack) en fietsen naar de Langstraat alwaar de start is.
Bij de startstraat aangekomen zien we al een boel bekenden waaronder Jan van der Eijk die onze bagage naar Burgh-Haamstede zal vervoeren. Ook zien we Eelco en Mart-Jan die voor deze gelegenheid met een CREW-shirtje rijden. Zij zijn voorrijders bij de start.
Na ongeveer een uur koukleumen (er stond toch wel een fris briesje) kwam ook Johnny Hoogerland aanrijden. Die kon natuurlijk zo van voren aansluiten en hoefde niet een uur te wachten om een goed plaatsje te hebben.
Om klokslag kwart voor negen worden we weggeschoten. En dit letterlijk en figuurlijk.
Als een pijl uit een boog vliegen we met een gangetje van tussen de 35 en 40 per uur het dorp uit. Ik hoor de woorden van Patrick Vader nog door de microfoon roepen dat het geen wedstrijd is, maar dit is toch echt een wedstrijdtempo dat onze voorrijders ons voorschotelen.
Ik kijk achter mij en zie dat er al grote gaten vallen. Later horen wij van Eelco dat dit de bedoeling was zodat er zo min mogelijk opstoppingen waren. Met een bloedgang rijden we om Zoutelande heen en komen weer terug in het dorp waar wij de eerste helling opvliegen richting boulevard.
De voorrijders blijven gas geven en Hoogerland vraagt “bluve julder dit tempo rie tot an de finish”. Zou hij het al moeilijk hebben?
Na de boulevard fietsen we over de weg richting Westkapelle. Na ongeveer een kilometer gaat het links af het duin in en over een steil hellinkje gaan we richting strand en worden we door de voorrijders losgelaten (chapeau mannen, dit was een perfect uitgevoerde opdracht).
Het eerste stukje strand is redelijk te doen, dus ik dacht dat het allemaal wel zou meevallen (ik wist nog niet dat dit een grove misrekening zou worden).
Terug op het wandelpad met wind mee weer over de duinen naar Westkapelle. Mattijs is intussen al in geen velden of wegen meer te zien. Hij ligt al een behoorlijk eind voor.
Ook Jaap en Philip zie ik niet meer.
In eigen tempo fiets ik verder. Ik word door verschillende groepjes ingehaald, maar laat mij voor deze ene keer niet verleiden om er achteraan te gaan. De temperatuur is in de tussentijd een stuk aangenamer geworden en met de wind in de rug gaan we richting Domburg.
Bij de Hoge Hil aangekomen moet ik afstappen omdat mijn voorgangers deze beklimming niet aan kunnen. Normaal gesproken moet het te doen zijn. Boven aangekomen stappen ze weer op de fiets. Aha dacht ik, ze rijden in ieder geval van de trap af, dus ik stap ook op.
Maar na een paar treden stoppen ze ineens en worden blijkbaar bang. Ik heb het te laat in de gaten en krijg mijn voet niet meer op tijd los en val zijwaarts met mijn rechterbeen in de doornstruiken. Ik bedank de heren hartelijk en vol adrenaline vervolg ik met een bebloed rechterbeen mijn weg richting het tweede stuk strand.
Nu begon de ellende pas echt. Geen enkel stukje hard strand te vinden. Het was een zompige massa. Met de ketting op het middenblad probeer ik toch te blijven fietsen wat wonder wel nog redelijk gaat vergeleken met andere fietsers. Na ongeveer een kilometer strand gaan we weer het duin op langs de oude vuurtoren van Domburg. De eerste echte moeilijkheden zijn overwonnen en we rijden verder door de Mantelinge, richting Oostkapelle.
Ook hier word ik weer door verscheidene bikers ingehaald. Laat maar gaan dacht ik bij mij zelf, we zullen op het strand wel zien wie de juiste benen heeft.
Bij de strandovergang van Oostkapelle probeer ik door het losse zand naar de waterkant te rijden. Al driftend lukt dat net. De volgende 8 km. waren een ware martelgang. Weer geen stukje hard strand te vinden. Ik slinger van links naar rechts op zoek naar berijdbaar terrein, maar het is niet te vinden. Maar toch weiger ik om te lopen.
Op een of andere manier blijf ik fietsen.
In de tussentijd haal ik de een na de andere fietser in. Degene die zich op goed begaanbaar terrein te blubber fietsten komen zichzelf gigantisch tegen. Ongeveer 2 km voor de Veerse Dam krijg ik Mattijs weer in het vizier. Dit geeft mij een extra boost en ik zet een tandje bij.
Vlak voor de dam heb ik hem te pakken en gezamenlijk gaan we de dam op waar wij te horen krijgen dat we op de 9de plaats rijden!!!
Ik kon het nauwelijks geloven, want ik was verschrikkelijk aan het afzien.
Na even goed gedronken te hebben gaan Mattijs en ik onder luide aanmoedigingen verder, maar eerst moeten we nog langs Henk om Mattijs zijn banden op spanning te zetten.
Henk had afgesproken dat hij op de Veerse dam zou staan met een pomp samen met zijn zoontje (grote klasse mannen. Hoed af!) Ikzelf liet mijn banden zo staan, want het ging prima zo.
Mattijs en ik gaan samen verder en kop over kop rijden we over de stormvloedkering. Het mag dan wel geen wedstrijd zijn, nu we toch in deze positie zijn willen we ons plaatsje wel verdedigen. Zo zijn we dan ook wel weer.
Er is bij de Veerse dam nog een rijder bij ons aangesloten, maar die neemt in eerste instantie geen kop over. Na een kort maar indringend gesprekje met Mattijs gaat hij toch mee helpen.
We rijden nu met een gangetje van 38 per uur richting Neeltje-Jans, waar het noodlot toeslaat.
Ik hoor achter mij een grote vloek en de brul….. lék.
Rij maar door roept Mattijs, maar geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt. Doe er maar een andere binnenband in, dan kunnen we verder.
Dat we een grote voorsprong hadden dat wist ik nu wel. We werden na een minuut of twee pas door weer een paar fietsers ingehaald.
Na een oponthoud van een minuut of 5 (Eelco, we misten je) konden we verder, maar na 200 meter riep Mattijs dat hij weer een lekke band had.
Gefrustreerd sloeg Mattijs zijn stuur bijna door midden. Gelukkig viel het mee, zijn band stond wat zacht zodat het leek of hij lek was. Met een rotgang ging het naar het eind van de stormvloedkering waar we het strand van Schouwen op gaan.
Ik dacht het zelfde kunstje als in Oostkapelle te doen en naar de waterkant te driften, maar kom met mijn voorwiel in een kuil en vloog over de kop. Gelukkig val je zacht in zo’n zandbak.
We besluiten om ons eigen tempo te gaan rijden en zien wel waar het schip strand.
Het is nu 10 km. ploeteren door zachte smurrie. Dan ligt Mattijs weer een stuk voor, dan ik weer en wisselen we elkaar af. Op een gegeven moment worden we nog ingehaald door een jonge gast. Hij heeft een heel licht tredje en binnen de kortste tijd is hij verdwenen.
Mijn benen gaan steeds meer pijn doen, maar ik weiger nog steeds om te lopen.
Eindelijk zien we het duinovergang en hebben we het ergste gehad, we moesten alleen nog een hellinkje van 20 procent over. aaauuuwww.
Pffffff, dat pokkestrand zijn we over en via allerlei fietspaden komen we na 56 km en 2,5 uur ploeteren over de finish, waar we horen dat we 17de en18de zijn geëindigd.
Ik krijg een dikke zoen van Jolien en een dikke knuffel wat mijn dag weer een stuk aangenamer maakt. Ik heb al heel wat marathons en ultralopen gedaan en heel wat heuvels opgefietst, maar zelden ben ik zo gesloopt over de finish gekomen als bij deze aflevering van de kustmarathon.
Tegen 12 uur komen Jaap en Philip binnen en ook helemaal naar de “kloten”. Geweldig gedaan mannen. Met verzuurde benen gaan we naar het sportcentrum waar we onder een heerlijke douche stappen.
Na het douchen zien we dat onze voorrijders Mart-Jan en Eelco ook gearriveerd zijn en kunnen we aan de bitterballen en de Leffe Dubbel.
Nou, ik kan je zeggen, die tikken behoorlijk aan na zo’n dagje aan het strand.
Nog even een paar puntjes:
De start was voortreffelijk geregeld. Op deze manier voorkom je opstoppingen en kan iedereen onder normale omstandigheden op tijd binnen zijn zonder de hardloopwedstrijd te hinderen.
Het extra stuk strand heeft het parcours een stuk lastiger en mooier en uitdagender gemaakt.
Is het in de toekomst misschien mogelijk om (net als bijvoorbeeld bij Luik Bastenaken Luik) de grote stukken strand te timen zodat je kan zien hoe snel je het strand verwerkt hebt en ook je eindtijd en rangschikking. Ik weet dat het geen wedstrijd is maar iedereen is toch nieuwsgierig hoe hij of zij het er van af gebracht heeft.
Ook nog een puntje van kritiek; De summiere aandacht die de MTB toertocht krijgt van de media en dan met name Omroep Zeeland. Ik ben er van overtuigd dat door het hoge water de tocht heroïscher was dan de hardloop wedstrijd, mede ook door de tijdsdruk.
Al met al heb ik verschrikkelijk afgezien, maar ik had het voor geen goud willen missen.
Volgend jaar weer.
Groet,
Piet